
Het politieke jaar trekt zich stilaan op gang. Eén van dè -federale- discussies in het najaar is het pensioendossier.
Wat ik de laatste jaren van mijn loopbaan (tot 1/10/2011) op elk –verplicht– infomoment van 50+ werklozen al ter info meegaf : de discussie over de betaalbaarheid van de pensioenen zal zich in de toekomst focussen op het volume van gelijkgestelde jaren om je pensioen te berekenen.
Dat er dezer dagen een shot voor de boeg werd gelost door Open VLD wat de voorwaarden voor een minimumpensioen betreft, verbaasd mij dan ook absoluut niet. In essentie gaat dat dan ook over die gelijkgestelde jaren. Wie de problematiek van de financiering van onze sociale zekerheid -dus ook van de pensioenen- een beetje volgt mag noch kan nu uit de lucht vallen.
Waarover gaat dit
Gelijkgestelde periodes zijn periodes van werkloosheid (al dan niet met bedrijfstoeslag), ziekte/invaliditeit, arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte, loopbaanonderbreking of tijdskrediet, periodes waarin een thematisch verlof wordt opgenomen (veelal ouderschapsverlof), niet‐gewerkte periodes van deeltijdse werknemers met behoud van rechten en periodes van inactiviteit die ‘gratis’ worden gelijkgesteld (deze gelijkstelling is niet opgenomen in bovenvermelde lijst
Uit een studie van de federale pensioendienst van 2016, blijkt dat voor de mannen, 30% van de pensioen-loopbaanberekening en voor vrouwen 37%, bestaat uit dergelijke gelijkgestelde jaren. Gemiddeld dus 33,5%.
Dat zijn dus jaren waarvoor géén bijdragen werden/worden betaald. Waarom worden betaald ? omdat ons pensioenstelsel een repartitiestelsel is. Met andere woorden, worden de pensioenen betaald uit de bijdragen op loon die NU worden betaald door de werknemers
En de bedragen
Tot voor 2012 werden gelijkgestelde jaren berekend op je laatst verdiende jaarloon. Sindsdien is dit wel beperkt tot maximum 23.500 €/jaar.
In januari van dit jaar werd 2.474.641.079 € betaald aan werknemerspensioenen. (voor 2.083.593 gerechtigden) Vermits voor zowat 33,5% van dit bedrag, geen bijdragen werden betaald op loon, komt 829 miljoen hiervan uit andere -lees belasting- middelen. Op jaarbasis spreken we dan al snel van 10 miljard €. Dat is een gigantisch bedrag uit de solidariteitspot van onze sociale zekerheid.
Evenwicht tussen verzekering en solidariteit
Want de twee pijlers van onze sociale zekerheid zijn toch een (inkomens)verzekering bij tegenslag zoals werkloosheid, ziekte of invaliditeit en anderzijds solidariteit. In het geval van de pensioenen, solidariteit tussen jong en oud. Maar is dat nu wel voldoende in evenwicht ?!
Tot slot ook nog dit : In 2020 waren de financiële middelen waarover het RSZ-Globaal beheer beschikte om zijn financiële opdracht uit te voeren grosso modo voor 61% afkomstig van zelf geïnde bijdragen. 39% bestond uit transfers, voornamelijk afkomstig van de federale overheid. (zo blijkt uit het jaarverslag RSZ van 2020)
Alhoewel sommigen onder u zeker ook iemand persoonlijk kennen die omwille van werkloosheid of langdurige ziekte/invaliditeit, maar weinig effectief gewerkte jaren kan aantonen, acht ik het nuttig om het globale plaatje te schetsen in deze blog.
Zolang er voldoende geld is om in dit land 7 regeringen e.d. (we zijn tenslotte wereldkampioen in het aantal politici) ben ik van mening dat een behoorlijk wettelijk pensioen gerechtvaardigd is voor iedereen. Dat noemt men solidariteit. Trouwens, deze bedragen komen praktisch voor 90% rechtstreeks terug in onze economie terecht. Kijk ook even naar de Scandinavische landen waar de hoogste sociale bijdragen worden geïnd. Deze landen behoren stuk voor stuk bij de beste en welvarende landen. Dus het kan.
LikeLike
Zou het kunnen dat je mijn blog niet helemaal gelezen hebt. Vooral deze passage is u blijkbaar ontgaan : “Tot slot ook nog dit : In 2020 waren de financiële middelen waarover het RSZ-Globaal beheer beschikte om zijn financiële opdracht uit te voeren grosso modo voor 61% afkomstig van zelf geïnde bijdragen. 39% bestond uit transfers, voornamelijk afkomstig van de federale overheid. (zo blijkt uit het jaarverslag RSZ van 2020)” De uitkeringen binnen de sociale zekerheid, dus ook wat de pensioenen betreft, komen voor bijna 40% uit ‘algemene middelen’ of anders genaamd, uit belastingen. In de tweede plaats wil ik ook even zeggen dat ik de indruk heb dat u zich niet helemaal correct hebt geïnformeerd. België heft immers één van de hoogste fiscale èn parafiscale lasten op loon in Europese context zoals uit een artikel in De Morgen van 5 september 2017 blijkt. De andere elementen die u aanhaalt, zoals bvb ‘de vele politici in ons land’ vallen helemaal buiten het bestek van deze blog en dus ga ik daar niet verder op in. Tot slot wil ik u ook nog meegeven dat solidariteit zonder grenzen niet kan blijven bestaan !
LikeLike
Dit is op Mijn Blog herblogd.
LikeLike