Ik ben ondertussen bijna 10 jaar uit het werkveld. Maar dat neemt niet weg dat ik een aantal zaken en evoluties, vanaf de zijlijn, toch nog blijf (op)volgen. Zo trok het artikel, in de weekendeditie van GVA, over Durflab moet vrijplaats worden voor durvers in de jeugdzorg, mijn aandacht. En wel om twee redenen.
Terug in de tijd
De eerste reden is, dat ik bij het lezen ervan, in een teletijdscapsule terecht kwam. Vooral omwille van volgende stelling van de initiatiefnemer van dit durflab, namelijk : Waar loopt de hulpverlening dan strop? Duerloo ( De adjunct-directeur bij het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW) De Kempen) is van oordeel dat hulpverleners bij het zoeken naar oplossingen te sterk gefocust zijn op het aanbod van hun eigen organisatie. “Wanneer iemand hulp vraagt, wordt de oplossing nog te vaak gezocht bij het eigen aanbod alleen” https://www.gva.be/cnt/dmf20210409_95061710
Oude vraag – nieuwe terminologie
Einde jaren ’80 werden in Vlaanderen middelen vrijgemaakt om -lokaal- aan kansarmoede te werken. Deze middelen kwamen toen uit het VFIA, afkorting van Vlaams Fonds voor de Integratie van Achtergestelden.
Twee jaar later in 1991 omgevormd tot het fonds grondig bijgestuurd en krijgt het de naam Vlaams Fonds voor de Integratie van Kansarmen. (VFIK) Pro memorie : 1991 is het jaar dat extreem-rechts als een bliksem bij heldere hemel in het politieke huishouden inslaat en deze ‘verassing’ uitdrukkelijk gelinkt wordt aan sociale uitsluiting.
In 1996 kwam er nogmaals een hervorming en werd het Sociaal Impulsfonds (SIF) geboren. In het overleg met politici en het werkveld over de besteding van deze middelen -in Turnhout- was toen al dezelfde vraag van wie doet wat in Turnhout en voor welke doelgroepen, en hoe kunnen we op mekaar beroep doen om onze cliënten zo goed mogelijk te helpen, aan de orde.
Sociale kaart
Wij vertaalden dat toen in : laat ons een sociale kaart van Turnhout opmaken. Want toen , was eigenlijk nog maar net uit het stenen tijdperk van voor internet gekomen. Waar vandaag bijna alle organisaties over een website beschikken was dat toen nog alles behalve.
Met andere woorden : durflab is een ander, meer hedendaags antwoord op een steeds weerkerende vraag. Trouwens, Vlaanderen heeft ondertussen een erg uitgebreide sociale kaart, voor elke gemeente, waar enkel al voor Turnhout -408- verschillende items op staan vermeld. https://www.desocialekaart.be/zoek/organisatie_fusiegemeente/Turnhout?page=13&sort=city&map=1
Het mekaar kennen en weet hebben van mekaars werking is wat mij betreft altijd al een noodzaak geweest en zal dat wellicht ook blijven.
Methodiek
Maar dat alleen is niet genoeg. Minstens zo belangrijk is dat je als hulpverlener werkt via de warme overdracht. Niet zomaar je cliënt verwijzen naar… Warme overdracht, wil zeggen dat je als hulpverlener zelf -in overleg met de cliënt- een afspraak maakt en meteen een ‘korte introductie’ van hem/haar zijn problemen aangeeft. Letterlijk is het vaak iemand de hand reiken en zo over de drempel(s) helpen !
Regels zijn wel belangrijk
De tweede reden Durflab wil, naar eigen zeggen, een vrijplaats bieden waar hulpverleners uit de jeugdzorg, ongeremd – los van hun eigen organisatie en de regels van de overheid – oplossingen kunnen bedenken
Dat vind ik persoonlijk dan weer niet kunnen. In tijden waarin er géén dag voorbijgaat zonder persartikels over (mogelijk) subsidiemisbruik door het beleid van een Antwerpse organisatie, is dergelijk opzet niet aangewezen.
Het gaat veelal over belastinggeld waarmee organisaties en hulpverleners/jeugdwerkers werken. En dan is het ook belangrijk dat er regels zijn die moeten worden gevolgd !